84. Maretak, vogellijm, haamsjeut, mistletoe
Dit is allemaal dezelfde plant die als parasiet in een boom groeit. Maretak is de officiële Nederlandse naam. Haamsjeut is de Limburgse naam en betekent zoiets als twijg in de vorm van een paardenhaam of paardenhoofdstel. Het blad van IVN Ulestraten in Zuid-Limburg, waar ik voor schrijf, heet zo omdat in die omgeving deze plant niet zeldzaam is. In het Engels heet de plant mistletoe en vogellijm is ook al de dezelfde plant en verwijst naar het gebruik van de kleverige bessen: die werden op boomtakken gesmeerd en daarmee werden de 'sijsjes' gelijmd en gevangen. En maretak duidt op het gebruik van de plant voor allerlei toverij en andere wonderlijke zaken.
Dit artikel is in eerste instantie geschreven voor het blad van IVN Ulestraten. In het verleden was daarin al wel eens geschreven over de naamgever van het blad, maar dat is al lang geleden. Dus ik heb maar aangenomen dat niet iedereen al alles wist over de maretak. Bovendien vond ik een Zwitsers proefschrift uit 2008 door Doris Kahle-Zuber over deze plant met daarin ook erg veel (voor mij) nieuwe informatie over de maretak. Kortom, hieronder de laatste stand over maretak, vogellijm etc.
Halfparasiet De rijpe bessen aan de maretak
Maretak of Viscum album is een halfparasiet. De plant groeit in loofbomen of misschien beter óp loofbomen, want de maretak boort zijn wortels in de takken van allerlei bomen tot in de vaten die water en de mineralen vanuit de wortels naar de bladeren moeten brengen. Een deel van deze voedingsstoffen wordt door de maretak afgetapt en gebruikt voor de eigen groei. Dat deel kan op de duur zo groot worden dan het stuk tak voorbij de maretak bijna niets meer krijgt en dus niet meer groeit of zelfs afsterft. Voor een halfparasiet is dat tamelijk heftig. Een halfparasiet rooft water en mineralen van zijn gastheer, maar zorgt via eigen bladgroen voor zijn eigen groei door zelf suikers, eiwitten etc. te maken. Maar de halfparasiet moet er ook voor zorgen dat zijn gastheer fatsoenlijk blijft functioneren: een kwestie van eigenbelang.
Een van de voor mij nieuwe dingen was dat de maretak dus wel forceert. De bladeren van de maretak verdampen water als het te warm wordt. Bijna alle planten doen dat, maar de maretak verdampt veel meer dan voor de temperatuur beheersing nodig is! Daardoor trekt deze parasiet meer water naar zich toe én daarmee veel meer voedingsstoffen! Dat het stuk tak voorbij de maretak daardoor te weinig krijgt, is geen probleem. Als de boom en het stuk tak vóór de maretak maar goed functioneren. Maar als er veel maretakken in een boom zitten kan dat dus wel een probleem worden voor zowel de boom als voor die maretakken.
Mogelijk dat in de beginperiode de maretak ook eiwitten en suikers steelt van de 'gastheer' want de maretak maakt ook contact met de vaten in de boom die deze stoffen naar beneden brengen voor de wortels. Als de tak voorbij de maretak afsterft levert deze diefstal natuurlijk niets meer op. Soms zijn er zoveel maretakken dat het zelfs in de zomer opvalt
Nieuwe soorten?
In de zomer valt het meestal niet op als er één maretak in een boom zit. Alleen als er veel in een rij populieren zitten zie je dat ook in de zomer. Maar in de winter als alles kaal is behalve de maretak, dan valt die natuurlijk wel op. Dat zal de reden wel zijn waarom ik maar één keer heb gezien dat er een maretak in een naaldboom zat, tijdens een vakantie op Corsica. En naaldbomen, tenminste dennen en sparren, worden natuurlijk niet kaal dus dan valt die maretak ook in de winter niet op. In Nederland komen geen maretakken voor in naaldbomen, in loofbomen buiten Zuid-Limburg zijn ze trouwens ook zeldzaam.
Maretakken in naaldbomen komen dus zuidelijker voor in dennen en sparren. Op het eerste gezicht zijn de maretakken in naaldbomen dezelfde als die in loofbomen. In de bessen schijnt wel enig verschil te zijn, maar zonder bessen weet de deskundige het ook niet. Wel is duidelijk dat de 'gewone' maretak eigenlijk niet op naaldhout wil groeien en die van naaldhout niet op loofbomen. Nog sterker op naaldhout vindt men nog eens twee typen: één op dennen en één op sparren en die willen in principe ook niet oversteken! Maar ze kunnen wel kruisen met de maretak van de loofbomen en dan kiemen ze ook nog, maar ze groeien niet uit op geen van beide 'moederbomen'. In het proefschrift komt de schrijfster er niet uit of je hier van soorten, ondersoorten of nog iets anders moet spreken. Ze houdt het op 'gastheer specifieke types'.
In Nederland groeit de 'gewone' maretak eigenlijk alleen in Zuid-Limburg. In Engeland komt deze maretak veel noordelijker. Dat zou door het zachtere winterweer kunnen komen. Noord-Duitsland en Denemarken (en noordelijker) hebben weinig maretakken, maar in Polen is de maretak algemeen tot aan de Oostzee! Zuidelijker is deze maretak weer algemeen tot de Middellandse Zee, maar ontbreekt praktisch in Spanje en Portugal. De verklaring die in Limburg wordt gegeven dat er kalk in de grond moet zitten voor maretakken, lijkt dus niet waarschijnlijk. Maretak groeit diep in de tak van de gastheer. Deze staat op een dennentak
De maretak op sparren heeft een voorkeur voor de zilverspar, maar die moeten dan wel in de Alpen staan of in de directe omgeving. De variant van de dennen komt ook in sommige delen van de Alpen voor, maar ook in Oost-Duitsland, Polen, Tsjechië, Hongarije en dan een groot 'eiland' in Spanje. Mogelijk dat er in de 'gaten' te weinig dennen resp. sparren staan maar dat kan ik me eigenlijk niet voorstellen. Ik denk dat hieraan nog wel eens iemand een proefschrift zal wijden. Dan kan die meteen het probleem mee nemen waarom de loofbomen-maretak op zo'n 400 soorten loofbomen groeit inclusief ingevoerde soorten, maar niet op de gewone beuk!
De maretak die ik zag op Corsica zat in een spar, maar de variant van de dennen komt er ook voor. Allebei zijn ze daar trouwens niet algemeen.
De levensloop
Onze maretak maakt witte, wat glazige bessen, die bessen komen natuurlijk van bloemen en die bloemen moeten bestoven worden. Maretak bloeit in februari, maart en is tweehuizig dus de ene plant heeft alleen mannelijke bloemen en de andere alleen vrouwelijke. Zo boven in al die bomen en zo vroeg in het jaar, zou je verwachten dat de wind wel voor de bevruchting kan zorgen, maar nee, de maretak nodigt daarvoor insecten uit, vooral vliegen. De bessen zijn rijp aan het einde van het jaar en dan worden de vogels uitgenodigd om voor de verspreiding te zorgen. Een deel van de bessen wordt opgegeten, maar verlaat met kiemkracht en met kleefkracht na enige tijd het lichaam van de vogel. Dus met een beetje geluk wordt het zaadje door de vogel op een geschikte tak geplakt. Het komt ook wel voor dat de vogel de bes met de snavel kapot drukt en dan plakt zo'n bes dus aan de snavel. Die moet natuurlijk worden afgewreven, liefst tegen een tak.
Als het zaadje eenmaal op een geschikte tak zit, begint een langzaam proces waarbij het zaad in de boom moet groeien. Dat kan een jaar of langer duren. Uit ieder zaadje kunnen drie of vier aparte plantjes groeien die ieder een eigen 'pootje' de boom in sturen. Maar dat hele proces moet de kiemplant zelf verzorgen met het eigen bladgroen en met de voorraad mineralen die het heeft meegekregen of die mogelijk op de bast zitten. Pas als een of meer 'pootjes' contact maken met de sapstroom kan de echte groei beginnen.
Op oude fruitbomen in Frankrijk groeien soms teveel maretakken. Zowel voor de boom als de maretakken loopt dit slecht af.
Op deze Nederlandse site staat een verslag over opzettelijke besmetting en de kieming van de bessen van de maretak op een aantal fruitbomen. Met mooie foto's. Het duurde vijf jaar van de eerste besmetting tot het moment dat hij zijn eerste zelf gekweekte bes op een andere boom kon plakken!
Mensen en maretakken
Verrassend vond ik dat het beroemde verhaal van de Gallische of Keltische druïde die met een gouden snoeimes geneeskrachtige maretakken snijdt van een eik, maar uit één bron bekend is namelijk de Romeinse auteur Plinius de Oudere. Deze geldt niet als superbetrouwbaar en in dit geval zou het zelfs kunnen zijn dat zijn verhaal eigenlijk niet over Galliërs gaat maar over Grieken of een ander volk in die hoek van het Romeinse rijk. En de maretak zou dan mogelijk Loranthus europaeus zijn. Dat is een familielid van onze maretak die praktisch alleen op eiken groeit en anders dan onze maretak gele bessen heeft en zijn blad wel verliest. Dit familielid van onze maretak kwam in het gebied van Galliërs niet of nauwelijks voor, maar wel in Italië en van daar in de richting van Griekenland.
Ik kan me voorstellen dat mensen gefascineerd zijn door een rare plant bovenin een boom die er ook nog in slaagt om in de winter groen te blijven. Toch is de oudst bekende toepassing niet de mogelijke geneeskracht of de toverkracht: al 5000 voor Christus werden maretakken gewoon aan het vee gevoerd. Niet bij voorkeur maretakken trouwens, gewoon met alle takken die de geiten lusten. Heel lang, in ons land zeker tot in de 17e eeuw, werd het vee gevoerd met takken en bladeren van loofbomen. Op het laatst waarschijnlijk naast hooi, maar in de prehistorie mogelijk alleen met takken en blad en als dat beschikbaar was met dennen- en sparrentakken. Geiten en paarden vinden niet alleen blad, maar ook takken lekker.
Maar het blijft natuurlijk een mooi verhaal. En verhalen zijn er nogal wat rond de maretak, zie Asterix en Obelix. Veel ouder is de sage over de Noorse god Frigg die voor alles onkwetsbaar was behalve voor de maretak, dus werd hij gedood door een pijl van maretak afgeschoten door zijn blinde broer.
Speciale Kerstbijlage: Mistletoe met Kerst
Die Noorse sage is niet leuk, leuker is de gewoonte dat een man en vrouw onder de mistletoe elkaar mogen kussen. In de kerstperiode dan natuurlijk, maar voor die periode was dit artikel bestemd. Vandaar dan ook deze extra bijlage over de mistletoe.
Mensen kussen elkaar alleen onder de mistletoe, nooit eens onder de maretak of onder een haamsjeut; laat staan onder de Duitse mistel. Ik ben gaan zoeken wat de reden hiervoor zou kunnen zijn. De echte oplossing heb ik niet gevonden, behalve natuurlijk dat wij de gewoonte uit Engeland of Amerika hebben overgenomen. Maar waarom deden de Engelsen het? Eerst dacht ik dat er iets verborgen zat in het toch wat vreemde woord 'mistletoe'. Dat blijkt ook zo te zijn, maar dat is niet de verklaring. In mistletoe zit het oude Germaanse woord 'mistel' dat in het Duits nu nog gebruikt wordt en dat betekent 'mest'. Het zou slaan op de vogelpoep waarmee de vogels de maretak verspreiden. Het laatste stuk van 'mistletoe' zou dan takje of twijg beteken. Dit alles lijkt me geen reden om je geliefde te gaan kussen.
Dat vonden de taalgeleerden blijkbaar ook en die zijn in de Noorse mythologie gaan zoeken. Daar vonden ze onder andere het al genoemde verhaal van de moord op de god Frigg. Maar ook de gewoonte van de Noormannen om in de winter een takje mistletoe boven de deur te hangen. Ruzie makende mannen kwamen toen veel voor, maar als die onder de mistletoe doorliepen, mochten ze één dag niet vechten!
Het zou kunnen dat de mannen die geen ruzie hadden, toen die andere toepassing bedacht hebben. Maar ik denk dat de mistletoe, net als andere altijd groene planten, begonnen is als symbool van het doorgaande leven en als vruchtbaarheidssymbool. Dat het dus met kussen en zo begonnen is. Maar als het de vrede kan bevorderen, heb ik daar zeker geen bezwaar tegen. Dat dachten de Engelse soldaten op de foto uit eerste wereldoorlog waarschijnlijk ook. Toen hielp het niet echt, helaas. Misschien moeten we nu mistletoe gaan exporteren naar Syrië en omgeving. Wie weet of het daar helpt.
Men denkt dus dat het kussen onder de mistletoe al heel oud is. Maar de eerste vermelding is pas van na 1500 in Engeland. Versieren met mistletoe rond Kerst werd pas na 1800 populair en dan met name in Amerika. De Amerikanen gebruiken daarvoor een inheemse Amerikaanse soort Phoradendron leucarpum, die niet helemaal hetzelfde is als de Europese. Deze Amerikaanse soort heeft niet de duidelijk 'haamsjeut': de splitsing steeds van één takje in twee waardoor er iets ontstaat dat op een paardenhaam, een paardenhoofdstel lijkt. Maar ze noemen het gewoon mistletoe dus je mag daaronder kussen. De Amerikaanse mistletoe Phoradendron leucarpum of 'eastern mistletoe'
Kortom, allemaal dit jaar en alle volgende jaren een fijne kersttijd en een lieve man of vrouw om te kussen, onder een maretak of een mistletoe of een haamsjeut of zelfs een mistel. Kussen onder vogellijm zou ik niet doen.
Jan van Dingenen - 2015
Naschrift
Voor het proefschrift van Doris Kahle-Zuber en de referentie naar de Romeinse auteur Plinius de Oudere zie 'Bronnen' onder Links en refs.